Op 30 september vond in het Muziekcentrum in Enschede de derde Grenslansconferentie plaats. Voor het eerst sinds de coronapandemie uitbrak, mochten politici, ambtenaren en geïnteresseerde burgers weer op locatie samenkomen voor een groot grensoverschrijdend evenement. Met inachtneming van de coronaregels en met de bijzondere combinatie van zowel een live als digitaal evenement konden oude contacten onderhouden en nieuwe contacten gelegd worden.
“Voor een Europa zonder grenzen, ook in tijden van crisis” – onder die titel gaven Nederland en Noordrijn-Westfalen een gemeenschappelijke verklaring uit, die daarmee ook de geest van het evenement ademde. Tijdens de conferentie verdeelden de bezoekers zich over verschillende workshops om ervaringen van de coronapandemie uit te wisselen en de bijzondere uitdagingen die tijdens zo’n pandemie langs de grens spelen, te bespreken. Daarnaast werden ook andere grensoverschrijdende thema’s in workshops behandeld. Grensoverschrijdende samenwerking betekent anno 2021 namelijk ook gemeenschappelijke crisismanagement.
Eén van de workshops ging volledig over de coronapandemie. De deelnemers van deze workshops betreurden aan de ene kant dat het crisismanagement vooral vanaf het nationale niveau werd aangestuurd en er langs de grens vaak verschillende regels golden, iets wat tot moeilijkheden en – voor een deel – tot ondoorzichtigheid kon leiden. Aan de andere kant werd de Nederlandse-Duitse grens tijdens de gehele coronapandemie nooit gesloten – iets wat zeer belangrijk is maar ook zeer knap dat dat bewerkstelligd is. Men was er zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse kant van de grens met vertegenwoordigers van de Euregio’s, van de overheid, wetenschap en burgers gemeenschappelijk over eens dat de contacten die men al lang vóór de coronapandemie gelegd heeft, nu tijdens de crisis zeer waardevol bleken. Tijdens de workshop werd men het erover eens dat men van fouten moet leren en gemeenschappelijk moet reflecteren op de beslissingen tijdens de coronapandemie zijn genomen. Hiermee moet men lering trekken uit de succesvolle en doelgerichte beslissingen die zijn genomen zodat op deze basis in eventuele toekomstige crisissituaties beter gehandeld kan worden.
Tijdens de workshop “Euregionale doorlopende leerlijn (EDL)” was er een productieve uitwisseling. Het doel van doorlopende leerlijn is om mensen vanaf de kindheid al met de onderwijssystemen in beide landen – en de kansen hiervan – vertrouwd te maken. Projectleider Barbara van Beek legde uit dat het belangrijk is om tijdens de gehele onderwijslijn – van basisschool tot hoger onderwijs – euregionale competenties te ontwikkelen. Deze competentie bereiden jonge mensen voor op de grensoverschrijdende arbeidsmarkt en leggen er de focus op dat je je ook over de grens kunt ontwikkelen. Tezamen somden de deelnemers op welke spelers al op het gebied van grensoverschrijdend onderwijs actief zijn, hoe belangrijk kennis van de buurtaal in dit opzicht is en welke mogelijkheden er voor het inrichten van een expertisecentrum en binationale opleidingen en studies zijn.
In de andere workshops behandelden deelnemers de thema’s rampenbestrijding, arbeidsmarkt en het tegengaan van georganiseerde misdaad. Bovendien was er een side-event waarbij het thema regionaal grensoverschrijdend waterbeheer aan bod kwam. Eerst stelden Roberto Goncalves van Landkreis Bad Bentheim en Bram Zandstra van waterschap Rijn en IJssel als strategieleden van het Grensoverschrijdende Platform voor Regionaal Waterbeheer (GPRW) de deelnemers op de hoogte van hun 10-jarige ervaring met dit onderwerp. In aansluiting daarop vertelde John Tobben van Waterschap Limburg op indrukwekkende wijze over de overstromingen van juli 2021 in de regio Limburg, die een nog nooit vertoonde uitdaging waren. Daarna presenteerde Henk-Jan Kooij van de Radbouduniversiteit Nijmegen een grensoverschrijdend waterproject in het Vecht-Dinkel gebied, dat binnen het INTERREG-project LIVING Vecht-Dinkel uitgevoerd werd. Kooij deed ook enkele aanbevelingen en vertelde over het actieperspectief voor toekomstige grensoverschrijdende projecten binnen het waterbeheer. Nadat de deelnemers volop ervaringen over grensoverschrijdende samenwerking hadden uitgewisseld, sloot de moderator Erik Lievers (Waterschap Vechtstromen) het side event optimistisch af, ondanks de uitdaging droogte en hoogwater.
Over het algemeen toonden zich Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Binnenlandse zaken Raymond Knops en minister voor Bundes- und Europaangelegenheiten van Noordrijn-Westfalen Stephan Holthoff-Pförtner zeer tevreden met de Nederlandse-Duitse samenwerking en de doorvoering van de Grenslandagenda. Deze agenda wordt tot de volgende Grenslandconferentie in maart 2021 nog verder verdiept.