26-4-2024. Voor veel inwoners van de grensregio is boodschappen doen in het buurland een deel van het dagelijks leven. Maar ook mensen die iets verder moeten reizen, maken steeds vaker gebruik van deze mogelijkheid. Zoals blijkt uit het nieuwste onderzoek naar koopstromen in Oost-Nederland, uitgevoerd door Ipsos I&O, reizen steeds meer Duitsers naar de verschillende Nederlandse gemeenten dichtbij de grens om te winkelen of om er boodschappen te doen. Tegelijkertijd is het aantal Nederlanders dat om dezelfde reden naar Duitsland reist de afgelopen vier jaar verdubbeld. Dit betekent dat de markt in de regio’s in het oosten van Nederland weliswaar profiteert van Duitse “winkeltoeristen”, maar ook omzet verliest aan Duitsland. Het is duidelijk dat mensen aan beide kanten van de grens de prijssituatie voor verschillende producten en goederen in de gaten houden en hun koopgedrag daarop aanpassen.
Maar hoe komt het dat er enorme prijsverschillen zijn op verschillende gebieden, terwijl gelijke kansen en concurrentievermogen eigenlijk de overhand zouden moeten hebben in de interne markt van de EU? Ten eerste is er al een verschil in BTW. In Duitsland bedraagt deze 19%, terwijl die in Nederland al 21% bedraagt. Aan de andere kant zorgen nationale wetten en regels ervoor dat bepaalde sectoren in het ene land beperkt worden en in het andere land niet. Neem bijvoorbeeld de tabaksindustrie. Omdat de Nederlandse regering het aantal rokers in eigen land wil terugdringen, is het vanaf juli 2024 alleen nog mogelijk om alle soorten tabak te kopen in tabaksspeciaalzaken en, tot 2030, bij benzinestations. Bovendien is de prijs hier nu al hoger dan in Duitsland. Hoewel de tabaksaccijns in Duitsland de komende jaren ook zullen stijgen, zijn deze producten daar op dit moment nog steeds goedkoper dan in Nederland.
Het gevolg is dat veel Nederlanders voor hun tabaksconsumptie liever naar het aangrenzende buurland rijden en zo geld besparen. Aan de andere kant wordt de situatie voor Nederlandse tabaksverkopers steeds moeilijker, dat ze zelfs hun winkels voorgoed moeten sluiten. Bovendien willen veel supermarkten zelf kleine tabakswinkels openen om geen omzet te verliezen.
“We hebben dus een situatie waarin we aan de ene kant vrije concurrentie over de grenzen heen in Europese zin willen bevorderen, maar aan de andere kant nationale wetgeving gelijke kansen in de concurrentie kan ondermijnen“, legt EUREGIO directeur-bestuurder Christoph Almering uit. Vergelijkbare ontwikkelingen en fenomenen zijn in het verleden ook op andere gebieden waargenomen, zoals de benzine- en dieselprijzen of de verschillende regelingen voor statiegeld op blikjes en flessen.