Door prof. dr. Gert-Jan Hospers
Laatst was ik in een bakkerij in Gronau waar een Nederlandse klant vroeg om een Brötchen Gesund. Als landgenoot wist ik meteen wat hij bedoelde, maar de verkoopster had geen idee waarover hij het had. Uiteindelijk kreeg de klant wat hij wilde en liet hij het zich goed smaken, maar daaraan ging een heuse discussie vooraf. De verkoopster was trouwens blij dat ze nu wist dat een ‘broodje gezond’ staat voor een bol belegd met kaas, ham en ei, komkommer, tomaten en salade. Want de bakker had regelmatig Nederlandse klanten over de vloer.
Het tafereel waarvan ik getuige was is een leuk voorbeeld van de spraakverwarring die je soms tussen Nederlanders en Duitsers ziet. In een Duitse bakkerij vinden we nog meer taalkundige valstrikken. Want Dinkelbrötchen verwijzen niet naar de rivier de Dinkel die in ons grensland stroomt, maar zijn gewoon speltbroodjes (Dinkel = spelt). En wie een Frikadellenbrötchen bestelt, krijgt een broodje met gehaktballetjes erin in plaats van de Nederlandse vleesstaaf die ‘frikandel’ wordt genoemd. Roggenbrot is ook een verraderlijk begrip: Nederlanders denken in eerste instantie aan de traditionele, zware en vezelrijke sneetjes voor de liefhebber (roggebrood), terwijl het in Duitsland staat voor regulier bruin brood dat je dagelijks eet.
Ook de categorie ‘wat lekkers bij de koffie’ kan voor onduidelijkheid zorgen. Neem Käsekuchen: er zit geen kaas in, maar kwark en staat dus voor wat Nederlanders ‘kwarktaart’ noemen. Een Nederlander die bij de bakker om ‘bonbons’ vraagt, moet niet raar opkijken als hij een zak met snoepjes aangereikt krijgt – Bonbons betekenen in het Duits snoepjes of zuurtjes, terwijl de zoete verleidingen van chocolade bekend staan als Pralinen. En ook al begrijpt men in de grensstreek wel wat een Berlinerbol is, in Zuid-Duitsland staat de gefrituurde bol van gistdeeg met jam erin en poedersuiker erop bekend als Krapfen. In Berlijn zelf heet deze lekkernij geen Berliner, maar Pfannkuchen, waar Nederlanders toch een heel ander beeld bij hebben. Wie in de Duitse hoofdstad zin heeft in pannenkoeken, moet op zoek naar Eierkuchen, die dus niet te vergelijken zijn met Nederlandse ‘eierkoeken’. Voor een Duitse variant op de eierkoek moet je vragen naar een Amerikaner, maar dan zit er wel glazuur op. Begrijpt u het nog?
Voor mooie voorbeelden van smakelijke spraakverwarring hoef je overigens het land niet uit. Zelf vroeg ik bij een Brabantse dorpsbakker eens om ‘ontbijtkoek’, maar dat leverde bij het personeel vragende blikken op. Toen ik aanwees wat ik wilde, werd het pas duidelijk: ‘Oh, je bedoelt peperkoek, nu begrijp ik het.’ En als je in Keulen bij een bakker of horecagelegenheid een Halve Hahn kunt bestellen, verwacht dat niet dat je een ‘half haantje’ krijgt geserveerd. In plaats van kip krijg je namelijk een broodje met Goudakaas, augurken, scherpe mosterd, uienringen en paprikapoeder. Inderdaad: eigenlijk een soort Brötchen Gesund. Eet smakelijk!